WaddenWandelen  

Dinsdag 15-06-2021. Zonnig, soms wat sluierwolken, 22 graden. 17 km.

Vlieland: de oostkant.

Het beloofd weer een mooie dag te worden vandaag. Het is na 10 uur voordat we de wandeling hervatten. Het is vandaag een wat kortere etappe en op het eind willen we in het dorp blijven om een biertje te drinken en wat te eten. We verlaten de camping aan de noordzijde en steken direct naar links het bos in. Via het Pad van Dertig lopen we aanvankelijk richting de Noordzee, maar vlak voor we het strand bereiken slaan we rechtsaf een schelpen(fietspad) op. Er zijn al weer veel fietsers op de been. We stellen ons voor dat ze allemaal naar het Posthuys gaan om daar koffie te drinken, zo groot is Vlieland niet, zeker op de fiets.

Rechts naast ons bevindt zich een gebied met lage duinen, genaamd de Cranberry vlakte. Gisteren hebben we bij de koffie een heerlijke appeltaart met warme cranberrysaus en slagroom gehad. Bij navraag bleek dat deze cranberries uit het buitenland kwamen, de productie op Vlieland is daar te gering voor. Het “Rode goud van Vlieland” is in 1839 op zowel Vlieland als Terschelling onbedoeld door strandjutters geïntroduceerd. Deze vonden aangespoelde vaten waarvan men hoopte dat ze sterke drank of wijn zouden bevatten. Helaas waren ze gevuld met zure rode bessen en op beide eilanden werden de vaten in de duinen geledigd. De pitten zorgden voor het begin van grote velden met cranberries, want dat waren de bessen.

Aan water dit jaar geen gebrek. De grondwaterstand is volgens de peilstok precies goed. Het Kantonnierspad eindigt in een bos. Als we op een kruispunt van paden iets naar links waren uitgeweken zouden we de stelling 12 H, onderdeel van de Atlantikwall tegen zijn gekomen. Vanaf ons pad is daar niets van te zien.

Het pad gaat nu kronkelend verder tussen de bomen en even later bereiken we een kleine plas met langs de randen gele water-irissen en in het midden diverse waterlelies. We genieten even van dit uitzicht op een bankje. De vijver is aangelegd ten behoeve van de bosaanplant. Nieuwe bomen werden destijds tegelijk met natte turfjes in een plantgat gezet. Dit drenken deed men in aangelegde vijvers.

Het pad loopt nu langzaam omhoog en dat merken we wel. Het is warm en tussen de bomen staat weinig wind. We worden echter beloond door een steeds fraaier uitzicht. Bij de laatste meters klimmen komen we uit het bos en bereiken we de rode vuurtoren. De vuurtoren is op zich zelf niet erg hoog, maar 16.8 meter. De positie op het 42 meter hoge Vuurboetsduin maakt dat hij daardoor toch overal bovenuit steekt. Sinds 1990 wordt de vuurtoren niet meer gebruikt, maar branden kan hij nog wel. Het is een reservebaken voor het geval dat het radarsysteem niet goed zou functioneren. Via een lange trap komen we uit op de Badweg. Deze volgen we tot aan het strand en passeren daarbij het grote Westcord strandhotel Vlieland. 

We lopen iets door en nemen plaats op een terras bij Strandpaviljoen “Het Badhuys”, waar we ons tegoed doen aan een overheerlijke lunch. Het is er gezellig druk, alsof corona niet bestaat, maar goed we zitten ook allemaal buiten. Na de lunch stappen we naar het hardere gedeelte van het strand, vlakbij de omslaande golven. Op zee varen enkele zeilboten en zonder veel moeite zien we de westkust van Terschelling. Vlak na dam 56 steken we bij een zandpaadje het duin over om midden op de camping Stortemelk uit te komen. Het geheel maakt een enorm ruime indruk. Overal tenten, de meeste zien er het zelfde uit. Deze zullen dan wel voor de verhuur zijn. Wij zijn blij met de ruimte die we hebben op de Lange Paal.

We dwarsen de camping en komen daarna in hetzelfde bos waar we straks ook door liepen, alleen nu helemaal aan de andere kant. Het dorp Oost-Vlieland wordt dan ook omringt door bossen. Staatsbosbeheer is bezig de dennen gaandeweg te vervangen door loofbomen. Loofbossen gebruiken n.l. minder water. Bovendien is een gevarieerd bos beter voor de flora en fauna en is het ook minder brandgevaarlijk. Op de hoogste duinen staan zeedennen, lager staan de Corsicaanse- en Oostenrijkse dennen. Op de laagste- en vochtige delen werden destijds Sitkasparren en loofhout (eiken) aangeplant.

Door het verspreidt kappen van een bepaald percentage van de bomen komt er meer licht op de bodem. Hierdoor ontkiemt loofhout vanzelf, er wordt daarom niet nieuws meer bijgepoot of geplant. Over zo'n 15 tot 20 jaar zal nog een deel van de resterende dennen worden verwijderd. Het kantoor van de Lange Paal is gezaagd uit eigen hout!

Na het bos steken we een stuk duin over en komen we uit op het meest oostelijk gelegen strand van Vlieland. Ook hier liggen mensen te bakken in de zon. Het ziet er allemaal vredig uit. Er varen wat jachten en soms ook snellere boten door de vaargeul. De snelboten veroorzaken kleine golfjes en rollertjes op het strand, voor de rest is het water spiegelglad. Waar het strand eindigt lopen we omhoog over een stenen pad en staan we in de grote jachthaven van Vlieland.

Opvallend zijn de 5 grote betonmolenauto’s, die opgesteld staan op de kade. Ook hier ligt een grote veerpont, maar duidelijk bedoeld voor uitsluitend vrachtverkeer. Een heel gedoe om dit elke dag van en naar het eiland te brengen. Daar zal ook wel een prijskaartje aan hangen. Rederij Wadden Transport is expert in het overbrengen van zware transporten, zoals: bouwmaterialen, vrachtwagens, bestrating materiaal en telekranen naar Vlieland en Terschelling. Er wordt gelost in de werkhaven waar we nu staan, maar tussen de afvaarten van Doekens door ook in de haven van Oost-Vlieland zelf.

We lopen weer verder door het bos en komen uit aan de oostkant van het dorp. Hier staat een grote kraan beton over te pompen richting een bouwplaats. De betonauto’s rijden af en aan. Weldra lopen we langs de haven de lange Dorpsstraat in. Het is er gezellig druk, ondanks een doordeweekse dag, coronatijd en nog niet eens in het hoogseizoen. Bij eetcafé De Lutine pakken we een terrasje en maken een afspraak om er ook te gaan eten. Dat smaakt voortreffelijk en tegen 18.30 uur vervolgen we onze wandeling. 

We lopen eerst een stukje over de Waddendijk om daarna de trappen omhoog te gaan richting de vuurtoren. Een aardige klim trouwens, maar goed voor de spijsvertering zullen we maar zeggen. Dit keer lopen we er aan de waddenkant langs. Ook hier is het uitzicht over de Waddenzee vanaf dit 42 meter hoge punt fantastisch te noemen. We lopen langs Bunkerkaas Vlieland richting het westen op een langzaam dalend pad. In deze voormalige wateropslag liggen sinds 2015 diep onder de grond diverse soorten Vlielander kazen te rijpen. Aangezien er geen koeien zijn op Vlieland wordt de kruidige biologische melk aangevoerd vanaf het vaste land (Bakkeveen, Friesland). Daarna wordt het aangevuld met b.v. zeewier of honingklaver. Ook wordt er Vlielander geiten- en schapenkaas gemaakt.

Weer passeren we een uitzichttoren, deze laten we maar voorbij gaan. Verder gaat het, kris, kras door het bos om te eindigen op een schelpen(fiets)pad. Na ruim 1 kilometer zijn we weer bij de camping De Lange Paal. Morgenochtend pakken we in en lopen we naar de boot die om 11.50 uur zal vertrekken naar Harlingen. Vandaar nemen we de trein terug naar Winsum.