Veluwe Zwerfpad  

Etappe 9. Donderdag 04-10-2018   Elspeet - Putten, 31 km.  

Weer: vrij zonnig, 21 graden.

Vanuit ons vakantiepark zijn we in 20 minuten met de auto in Elspeet. We parkeren bij de kerk in het centrum van het dorp. Het valt op dat er nog zoveel schaapskooien aan de noordkant van het dorp zijn overgebleven. Vanuit deze schaapskooien werden de kuddes de Elspeetsche- en Westeindse heide opgedreven. We staan even stil bij de schaapskooi aan de Spakenbergweg. Je zou een schaapskooi aan de rand van het dorp verwachten, maar deze staat inmiddels omgeven door woningen. Elke dag worden de 160 schapen door herderin Christien Mouw-Dubbelman uitgelaten op de aangrenzende heidevelden.

Op een tableau voor de schaapskooi staat een portret van een aangetrouwde oom, Willem Mouw. Willem was een van de meest beroemde herders van de Veluwe. Hoewel hij zelf nooit de publiciteit opzocht is hij wel van alle kanten geschilderd en gefotografeerd. Samen met zijn onafscheidelijke honden is Willem de hele wereld over gegaan via talloze verstuurde ansichtkaarten! In die tijd telde Elspeet nog 12 kuddes en 18 schaapskooien.

Als we Elspeet via een schapendrift uitlopen komen we na een stuk bos op een heidegebied dat zich tot de horizon uitstrekt. Wat een ruimte! De heide zelf ziet er niet goed uit, maar ongetwijfeld zal dat wel weer herstellen de komende jaren. De Elspeetsche- en Westeindse heide zijn 2 natuurgebieden van resp. 768 en 92 hectare in bezit van de gemeente Nunspeet. Na WO-II werd het een militair oefenterrein waar hoofdzakelijk geoefend werd met tanks van de Cavalerie. Hiervoor werden lange tankbanen aangelegd met een totale lengte van 176 kilometer. Daarbij werd door diepploegen de bodemstructuur dermate aangetast dat sindsdien veel oppervlaktewater in de ondergrond verloren gaat.

Na een groot bos te hebben gedwarst komen we bij weer een ander natuurgebied. Het natuurgebied Leuvenhorst en de Leuvenumse bossen (in totaal 1100 hectare) is in 1977 voor 8 miljoen gulden aangekocht door Natuurmonumenten met behulp van de nodige subsidies van de overheid. Rond 1850 was dit stuifzand nog een aaneengesloten gebied met een lengte van 30 kilometer. Later is dit door bebossing ingeperkt, deels door aanplant en deels door de natuur zelf. Natuurmonumenten probeert nu het karakter open te houden.

Midden in het bos ontwaren we een heel romantisch gelegen klein wit huisje, het “Aortjes Hus”. Het gebouwtje is genoemd naar ene Aartje van den Hul die daar bijna haar hele leven onder primitieve omstandigheden met man en in totaal maar liefst 11 kinderen heeft geleefd.

Nadat we de zanderige heide van het Hulshorsterzand zijn overgestoken, zien we een bankje tegen een klein plat heuveltje staan. We rusten hier even uit en verorberen er de meegebrachte lunch. Van welke kant ik het ook bekijk, ik zie in dit 3 meter hoge heuveltje geen berg. Volgens het boekje is dit toch echt de “Tafelberg”. Het is van origine een opgestoven en later volledig begroeid zandduin. Daar wemelt het in deze omgeving van. Op het bankje staat de tekst: " Rust en overzicht ". Met een foto vanaf de “berg” wordt dit gevoel prachtig weergegeven.

Als we verder gaan door het Leuvenumse bos komen we uit bij de Leuvenumse Beek. Dit is de langste en belangrijkste beek van de Veluwe. Hij ontspringt uit het Uddelermeer en stroomt dwars over de Veluwe en door het Landgoed Leuvenum. We kunnen kiezen uit 2 mogelijkheden, een wat hoger lopende route met een bruggetje over de beek of dwars door de beek. De beek staat echter droog, er zit geen drup water in. Als we bij de Zandmolen aankomen, zien we een pamflet dat aangeeft dat in de bovenloop 1 van beide takken van de beek is afgesloten om de vissen en planten in de andere tak in leven te houden. En inderdaad in de spreng die we nu oversteken stroomt nog wel water. 

We maken halt bij de uitspanning de Zwarte Boer op het Landgoed Leuvenum. Dit landgoed dankt haar naam aan een verbastering van het Germaanse “heim” en het Westfaalse “leve”, dat heuvel betekent. Wilde zwijnen zijn hier duidelijk niet welkom, daar is dit landbouwgebied voor afgesloten. De Zwarte Boer is van origine een boerderij uit 1855, maar na 1859 werd het ook een herberg. De boerderij lag op een kruispunt van een aantal belangrijke Hessenwegen. Later kwam er een postkoets verbinding tussen Harderwijk en Elspeet tot stand en die liep ook langs de Zwarte Boer. De naam zou zijn ontstaan doordat de oorspronkelijke eigenaar een grote zwarte baard droeg...

Het kan niet op vandaag. Na de koffie met appelgebak komen we alweer op een enorm heidegebied. Dit keer de Ermelosche Heide. Alhoewel het er desolaat uitziet is dit gebied al eeuwen bewoond geweest. Er liggen grafheuvels uit de klokbekercultuur. In het jaar 170 lag hier in de Romeinse tijd een marskamp van het Romeinse leger. Het was zo’n 9 ha groot en bood plaats aan 4000-6000 legionairs. De Ermelosche Heide is ook nu nog een militair oefengebied voor de Generaal Spoor- en de Jan van Schaffelaar Kazerne aan de rand van Ermelo. Behalve veel bandensporen in het zand zien we hier niets van terug.

Als we de bijna aan het eind van de heide zijn lopen we langs de Ermelosche Schaapskooi en het aanpalende bezoekerscentrum. Er wonen maar liefst 400 schapen die de Ermelosche Heide kort moeten houden. Je kunt er zelfs een schaap adopteren. We komen in korte tijd 2 ludieke bankjes tegen bekleed met kleurige stukjes mozaïek. De een vol met schapen en de andere met allerlei diervoorstellingen. Heel fraai!

Voordat we Putten bereiken steken we eerst dwars door het Heide ontginningsbos. Dit gebied was in 1900 één groot heidegebied. Het is nu een uitgesterkt dennenbos waar veel wilde zwijnen de bodem omwroeten. We hebben zelf het gevoel dat het er misschien een beetje te veel zijn, gezien de schade die ze aanrichten. Uit tellingen van boswachters lopen er ongeveer 10.000 rond, terwijl ecologisch gezien 1350 verantwoord is. Het streven is om in 2018 ongeveer 4000 wilde zwijnen af te schieten.

Als we bijna bij Putten zijn buigt de route af en lopen we eerst langs Landgoed Nieuw Groevenbeek. Overal liggen stapels reusachtige boomstammen te wachten op transport. De bomen die zijn geveld zijn al 120 jaar oud, machtige woudreuzen dus. Dat doet gewoon zeer om te zien. Onbegrip. Iets verderop hangt een bord aan een boom waarop uitgelegd wordt wat de bedoeling is. De laan is bijna 3 kilometer lang en heeft 4 rijen met in totaal 600 bomen. Er zit veel dood hout in de oude bomen dus kan de veiligheid niet meer gegarandeerd worden. Wat wij zien is de kap van de laatste 83 bomen. Aan het andere eind van de laan zijn inmiddels nieuwe bomen gepoot, maar dat gaat nog wel even duren voor die weer volwassen zijn. Altijd weer triest om te zien, maar het zal wel nodig zijn.

We dwarsen daarna het Landgoed Oud Groevenbeek. Dit landgoed is nu in het bezit van Natuurmonumenten en absoluut een fotogeniek plekje. Dat zien we ook op de borden terug, als trouwlocatie is dit een must! Ondanks de 30 kilometer van vandaag houden we het tempo er goed in en bereiken we de buitenrand van Putten. Hier wijken we af van de route om de bus naar Elspeet terug te nemen. Met lijn 112 zijn we in 20 minuten weer bij de auto.