Veluwe Zwerfpad  

Etappe 16. Vrijdag 15 april 2019. Wolfheze - Wolfheze    17.1 km.

Weer: Aanvankelijk zonnig, later wolkenvelden, 14 graden.

We zijn om 10.30 uur weer terug in Wolfheze. Het station is gebouwd in 1845 en ziet er met name aan de spoorkant nog erg authentiek uit. We lopen in een heerlijk zonnetje terug naar de spoorovergang waar we gisteren zijn overgestoken. Nu lopen we rechtdoor langs het spoor om naar het begin van de route van vandaag te komen. Het is nu al een mooi pad, waar om de zoveel tijd een trein langs komt razen. Bij een klein bewaakt overweggetje zijn we weer op de route.

Vlakbij de overgang staat een picknicktafel waar we even gaan zitten. Er vlak naast bevindt zich een heuveltje waar een naar niets leidende trap op gemaakt is. Als je er boven op staat is het een soort van uitzichtpunt. Er valt echter weinig uit te kijken of het moeten de treinen zijn. Als we weer verder gaan passeren we het Natuurvriendenhuis De Bosbeek en kruisen het Maarten van Rossum pad. Het natuurgebied Bosbeek waar we nu door heen lopen staat bekend om zijn sprengenbeken. Deze beken zijn door mensen gegraven tussen 1600 en 1800. Het doel van deze beken was destijds om er watermolens mee aan te drijven. De sprengen bevatten nog steeds water en hebben samen een mooi natuurgebied gevormd. We kruisen de waterloopjes via bruggetjes en gaandeweg komen we in hoger terrein.

Na de sprengen lopen we weer richting Wolfheze. Wolfheze heeft een gebroken en tumultueuze geschiedenis. Gestart als een Middeleeuws gehucht, compleet verwoest tijdens de 80-jarige oorlog en pas in de 19e eeuw weer opgebouwd tot wat het nu is. In 1906 werd een stuk bosgebied van 86 hectare aangekocht door de Vereniging tot Christelijke Verzorging van Krankzinnigen en Zenuwlijders (voorganger van het huidige psychiatrische ziekenhuis). De dorpsbevolking bestond toen alleen uit verplegend personeel en nog enkele zakenlieden. In oktober 1917 werd een kamp voor 2500 Duitse krijgsgevangenen ingericht tegenover blindeninstituut Schilt. Zowel Engeland als Duitsland hadden in WOI teveel krijgsgevangen. Het neutrale Nederland schoot hierbij te hulp en dat resulteerde in een aantal Duitse- en Engelse krijgsgevangenkampen op Nederlandse bodem. Uiteindelijk belanden er 725 Duitse soldaten in Wolheze. Behalve de naam van de Duitsekampweg herinnert nu niets meer aan dit bijzondere kamp.

Heel wat minder vredig verliep het in de Tweede Wereldoorlog. In het kader van de operatie Market Garden vonden grootscheepse luchtlandingen plaats o.a. vlakbij Wolfheze. De bedoeling was om vanaf hier snel op te trekken naar het oosten en de Rijnbrug bij Arnhem te veroveren. De geallieerden vermoedden dat de Duitsers de psychiatrische inrichting als kazerne gebruikten en besloten deze te bombarderen. Drie bomtapijten vernielden in de ochtend van 17 september verscheidene gebouwen van de inrichting en richten grote schade aan in het dorp. Veel patiënten renden in paniek de bossen in. Er kwamen zesennegentig burgers om het leven.  

‘s Middags om 13.00 uur landden 134 zweefvliegtuigen van de 1e Britse Luchtlandingsdivisie zowel ten noorden als ten westen van Wolfheze. Op nabijgelegen terreinen landen vervolgens parachutisten. Deze gingen zo snel mogelijk richting Arnhem. De bemanning van de zweefvliegtuigen moest de landingsterreinen verdedigen omdat ze de volgende dag weer gebruikt zouden gaan worden. De inwoners van Wolfheze, nog niet bekomen van het vooraf gaande bombardement, zagen de luchtlandingen met vertwijfeling en verbazing. De “bevrijding “ was van korte duur want een paar dagen later werd Wolfheze weer bezet door de Duisters. Pas in april 1945 werd het verwoeste en geplunderde dorp echt bevrijd. Na de oorlog werd het psychiatrisch ziekenhuis De Gelderse Roos opnieuw opgebouwd. We lopen over het terrein van de inrichting, tussen de gebouwen en paviljoens door, naar het station. Daar zien we letterlijk de trein voor onze neus wegrijden. Geen paniek, we hoeven maar een half uurtje te wachten voor de volgende komt voorrijden.