Veluwe Zwerfpad  

Etappe 17. Zaterdag 16 april 2019. Wolfheze - Arnhem   21.5 km.

Weer: Veel bewolking,. 10 graden.

En weer zijn we om 10.30 uur in Wolfheze. We lopen het dorp in oostelijke richting uit om daarna naar het zuid-westen af te buigen. Na een stukje bos steken we de A50 over via een ecoduct. Wandelaars en wild worden hierbij gescheiden door een hoog scherm. We komen uit op de Wolfhezer Heide. Aan grafheuvels geen gebrek hier, dat geeft al aan dat het gebied al zeer vroeg in trek was bij onze voorouders. Overal rond de hoog gelegen Veluwe gaven de heldere waterbronnen de mogelijkheid om te leven en te jagen en later om er landbouw te bedrijven.

Naarmate we hogerop komen zien we een reeks stokoude eikenbomen staan. Sommigen worden geschat tussen 400 en 600 jaar oud. Deze bomen stonden er al in de 19e eeuw en waren toen al zo dik. Ze werden regelmatig door schilders van de Oosterbeekse School gebruikt in hun schilderijen. Van vader en zoon Bilders komt de benaming van de Wodanseiken. Het is jammer dat de kronkelende Wolfhezerbeek nu zonder water staat. Dat doet het ergste vrezen voor deze monumentale eiken.

Dichtbij hotel Wolfheze voert de beek wel water. Dat komt omdat het hotel hier grondwater oppompt om de kelders droog te houden. Het water wordt benut om de vijvers van water te voorzien. Dit gebied is één van de vroege aankopen van Natuurmonumenten. Achter het hotel ligt de Duizendjarige Den. Althans dat is wat de mensen uit de omgeving er van maakten. In werkelijkheid is de boom rond 400 jaar oud geworden voordat hij in 2006 omwaaide.  

Waar nu een bruggetje ligt, kruist een oude hessenweg de beeklopen. De karrensporen van deze weg zijn nog te zien; ze lopen handig via een erosiegeul naar boven. Dit was onder andere de hessenweg van onderaan het Seelbeekdal, bij de doorwaadbare plaats door de Rijn, richting Planken Wambuis en Ginkel, waar de weg aansloot op de hessenweg van Arnhem richting Amersfoort. In het Heelsumse beekdal stromen drie sprengenbeken: de Papiermolenbeek, dat is de middelste en langste in het beekdal, de Wolfhezerbeek, deze vormt de meest noordelijke beek en de Heelsumsebeek, de meest zuidelijke beek. Op delen van het beekdal zijn nog maar twee beektakken aanwezig. De Papiermolenbeek stroomt nu uit in de Wolfhezerbeek. De beken komen samen en stromen dan als Heelsumsebeek naar de Neder-Rijn.

Via een zeer wisselend landschap bereiken we na enige tijd Oosterbeek. We passeren de spoorlijn over een brug om zo weer dieper de Veluwe in te gaan. Eerst kijken we even op de Airborne begraafplaats, waar 1754 gesneuvelde militairen van de slag om Arnhem liggen begraven, hoofdzakelijk Engelsen en Polen. Op 5 juni 1945 werd begonnen met de aanleg van dit kerkhof. Tot die tijd lagen de militairen overal rond Arnhem en Oosterbeek begraven op de plaats waar ze waren gesneuveld, soms gewoon bij iemand in de tuin. Alle gevonden Duitse soldaten zijn in het Limburgse IJsselstein herbegraven.

Na deze indrukwekkende ereplaats lopen we verder door de bossen richting de N224, die we bij de Leenen Doedel oversteken. Maar niet zonder een lekker bakje koffie. De route gaat verder naar en door het schitterende landgoed Warnsborn. De naam Warnsborn staat voor “heldere bron”. Het gebied heeft meerdere bronnen waar schoon grondwater afkomstig uit de hoger gelegen Veluwe spontaan uit de grond opborrelt. In 1827 werd het grote landhuis gebouwd waar we vlak langs lopen. Tussen 2 vijvers door nemen we een pad dat door het bos richting de Kemperbergerweg gaat. Momenteel is Het Geldersch Landschap de eigenaar van dit landgoed, inclusief het landhuis.

Als we vlak onder Schaarsbergen de Kemperbergerweg zijn overgestoken lopen we tussen de Arnhemse buitenwijk Hoogkamp en Burgers Zoo. Het pad is zo geconstrueerd dat we in de natuur blijven tot vlakbij het station van Arnhem. Eerst zien we Huis Zijpendaal met haar prachtige parken. Het Huis is in 1764 gebouwd door de Arnhemse Regentenfamilie Brantsen. Rond 1884 is het verbouwd naar een status zoals het er nu uit ziet. Op dit moment is het eveneens eigendom van het Geldersch Landschap en de  Vrienden der Geldersche Kasteelen, die er ook hun hoofdkantoor in hebben.

We lopen van het ene park in het andere. Het 67 hectare grote park Sonsbeek is een oud stadspark ontworpen en ingericht in 1821. Dankzij het beekje de Sons, ook wel de St. Jansbeek genoemd, kon men zich destijds in alle creativiteit uitleven. Vijvers, fonteinen en 2 watervallen vormen het hart van dit heuvelachtige park. Daarom heen een grote diversiteit aan bomen, maar vooral veel eeuwenoude beuken. Langs de St. Jansbeek hebben in het verleden maar liefst 10 watermolens gestaan. De Witte Watermolen is de enige die nog werkt. Het station van Arnhem is hierna snel bereikt, tevens het eindpunt van deze etappe. De cirkel is rond en we hebben er 320 kilometer op zitten. Het stukje over de Hoge Veluwe laten we eerst maar achterwege omdat we dit met het Trekvogelpad ook al gelopen hebben.