Dag 68: 14 sept, Mouthe-Chapelle de Bois (22 km).

We hebben de wekker op 6.30 uur gezet. Maar al om 6 uur begint een zware machine vlak bij de camping boompjes uit de grond te trekken en te ontdoen van takken. Tot die tijd was het doodstil en aardedonker. We mogen verder niet klagen want we hebben eigenlijk wel goed geslapen. In Mouthe nemen we ons chocopain-ontbijt in een Salon du Thé annex Boulangerie. Na geld gepint te hebben verlaten we rond 9 uur Mouthe. 

De lucht boven ons is alweer strakblauw als we over slingerende paden door het franse landschap wandelen. We doen het rustig aan, want we hebben de wetenschap dat we de komende nacht in een hotel zullen overnachten.

Vlak voor Chaux-Neuve zien we een merkwaardige richtingaanwijzer. Er zit een beertje in een broodtrommeltje naar ons te kijken. Vreemd. Is het kunst, heeft iemand het verloren? Een aandenken? We zullen het waarschijnlijk nooit te weten komen. 

In Chaux-Neuve doen we bij het passeren van een modelwoning goede ideeën op voor onze groentetuin. We hoeven niet lang te zoeken naar een kop koffie. Op de kruising in het dorp settelen we ons op een zonovergoten terrasje. We kijken hoe het leven zich afspeelt in dit rustige franse dorpje. Met gepaste tegenzin wordt de tocht weer aanvaard. Een uurtje later, als we weer 200 meter zijn gestegen, lunchen we zittend op een stel omgezaagde bomen. Terwijl de tentspullen in de weinige wind snel drogen eten wij stokbrood met frambozenjam. Waar ik een beetje bang van was, n.l. dat er in zulke situaties een horde wespen op ons af zou komen blijft uit. We hebben de hele week nog geen wesp of wat voor ongedierte dan ook gezien.

Na 3 kwartier gaat alles weer droog in de rugzak en lopen we over eindeloze bospaden richting het eindpunt Chapelle de Bois. De herfstkleuren worden nu wel steeds duidelijker zichtbaar, maar de kleur is nog overwegend groen. Het laatste dalende gedeelte gaat over losliggende ronde keien en dat loopt zeer ongemakkelijk. Ina krijgt weer last van haar blessure en compleet geradbraakt sjokken we uiteindelijk de wintersportplaats Chapelle de Bois binnen. 

Achter het dorp zien we een rotswand omhoogrijzen. Volgens de kaart loopt daarboven de grens met Zwitserland. We hoeven er vandaag gelukkig alleen maar naar te kijken. Morgen zijn we weer uitgerust en dan beginnen we de dag met klimmen. 

                                                           

We stormen het eerste de beste hotel binnen en zijn eigenlijk niet van plan om nog een stap verder te lopen. Ja, er is een kamer beschikbaar en nee, de keuken is vandaag dicht. Maar we kunnen wel eten in het restaurant aan de overkant van de straat. Goed plan. We nemen op ons balkon eerst nog een wijntje in de nog warme avondzon. Na een douche is het tijd voor een uitgebreid diner waar we de hele verdere avond over doen.