Dag 48: 16 juni, Aubure-Refuge Tinfronce (26 km).
Als enige gasten zitten we 's morgens vroeg aan het ontbijt. Ook nu weer slooft onze gastvrouw zich weer uit. Het ontbijt is uitgebreid en smaakt ons uitstekend. Zoonlief eet ook nog even mee. We worden bij vertrek zelfs nog uitgezwaaid.
De bakker is alleen op zaterdag open en het is vandaag zaterdag... We kopen weer 2 baguettes en een homp camembertkaas voor tussen de middag.Direct buiten Aubure stijgen we naar een hoogte van 1128 meter. We pauzeren even bij een abri van de Club Vosgen: "Pierre des Trois-Bans". Met weinig moeite is voor te stellen dat je hierin goed kunt overnachten. Als we verder gaan moet zo nu en dan de poncho even aan als er een buitje passeert.
![]() |
![]() |
We lopen over het hoogste gedeelte van de Vogezen met aan beide zijden een enorm uitzicht. Heel ver in het Noorden ontwaren we met gemak de grote en kleine Donon. Hoe lang was het ook al weer geleden dat we daar liepen? Meer dan een week?
De natuur heeft een handje mee geholpen met het uitzicht. De grote decemberstorm van 1999 heeft heel wat kaalslag op zijn geweten. Alleen wat stompjes getuigen van wat er ooit gestaan moet hebben. Wel komen nu overal nieuwe boompjes op en de grootste lijken ons inderdaad al weer zo'n 7 jaar oud.
Vlak voor Bonhomme nemen we onze lunch op een prachtige locatie met een uitzicht tot over de Rijnvallei naar het Zwarte Woud. Diep onder ons staat een boerderij op een daalders plekje. Zou de boer zelf wel beseffen dat hij daar zo mooi woont?Even later dwarsen we een weiland met zeer nauwe toegangshekjes. Zo krap dat we de rugzakken moeten afdoen. Bij de onderste waar we het weiland weer verlaten vinden we een bril. We herkennen de bril, hij is van Margo! We weten nu zeker dat Paul en Margo voor ons lopen.
![]() |
![]() |
In Bonhomme, dat in een dal ligt, nemen we koffie en doen er wat boodschappen. Daarna gaat het weer omhoog, nu naar de Tęte de Faux op 1220 meter. Ook een voormalig slagveld uit WO-I.
Overal bunkers, loopgraven en prikkeldraad. Een van de bunkers is omgebouwd tot een abri van de Club Vosgien (foto). Niet bepaald een plek om te overnachten, maar prima als schuilplaats.Iets hogerop vlak onder de "Roche du Corbeau" zien we een groot betonnen bouwwerk dat het eindstation van een 1100 meter lange ondergrondse militaire spoorlijn geweest moet zijn. We kunnen er een stukje inlopen en zien zelfs de rails nog liggen.
Vlak bij de top wemelt het weer van de bunkers. Om een idee te krijgen van hoe dat eruit ziet heb ik één bunker als voorbeeld genomen. Op de ingang staat in het Duits de tekst: "Sattel Stützpunkt" van : Feste Eisen-Schmid" geschreven. De binnenkant van de bunker is kaal en van buitenaf is hij haast niet (meer) te zien. Je zou er zo langs lopen.Op de top staat temidden van kapotgeschoten bunkers en loopgraven en groot wit kruis ter herinnering aan deze waanzin. Bij het kruispunt van Duchesne bevindt zich tussen de bomen alweer een oorlogskerkhof uit WO-I. We lopen nog even door en bereiken zowel met de tijd uit het boekje als op de borden op de minuut nauwkeurig een mogelijke overnachtingplaats.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Via de achteringang bereiken we de "Salle a Manger" van de Refuge Tinfronce. Men heeft nog plaats genoeg en we belanden in een slaapzaal met 5 bedden, Hopelijk zijn wij de enige! We douchen in de kelder en om 19.00 uur zijn we welkom in de eetzaal/restaurant waar we het dagmenu krijgen (geen keus), Het half pension dat we hebben genomen kan gewoon niet veel voorstellen want alles tezamen kost het ons 40 €, exclusief drankjes. Door de ramen van de eetzaal kijken we vanaf een hoogte van 1110 meter over de Vogezen die ver onder ons liggen.
Er zijn toch wel meer gasten, maar die slapen blijkbaar in een ander gedeelte van de Refuge. De zon schijnt precies in de eetzaal en het geserveerde eten is eenvoudig maar goed. We nemen nog een wijntje terwijl de zon tegen 21.00 uur achter de wolken verdwijnt. Het leven is goed...