Dag 43: 11 juni, Hohwald-Barr (18 km).

Nadat we de camping om 8 uur hebben verlaten zoeken we in het dorp Le Howald naar een Boulangerie. Ook bakkers mogen blijkbaar op vakantie, dus we hebben geen brood vandaag. Tja, wat nu? De volgende creatieve ingeving is weer een goede. We nemen een uitgebreid Petit Dejeuner in hotel "Au Coeur de Howald" (links op de foto). Temidden van de gewone hotelgasten proppen we ons vol. Het ontbijtbuffet smaakt ons prima, zelfs het eitje ontbreekt niet. 

Langs de kerk lopen we omhoog het bos in. We voelen ons gesterkt door de goede maaltijd.

De bossen lijken eindeloos en we kijken dan ook uit naar ons volgende doel: het klooster Mont-Sainte-Odile.

Vlak voor dit op een hoge rots gelegen klooster loopt een zeer oude muur van zware hoogopgestapelde stenen, de Mur païen. Tot op heden heeft niemand het nut en de betekenis van deze kilometers lange pré-historische muur uit de Romeinse tijd kunnen verklaren. Archeologen staan nog steeds voor een raadsel. De muur is gebouwd in de achtste eeuw vóór Christus. 

Het uitzicht dat we krijgen vanaf de pleinen rond het eigenlijke klooster is fenomenaal. Vanaf 764 meter hoogte kijken we uit over de hele Rijnvallei en we kunnen zelfs het Zwarte Woud aan de overkant ontwaren. St Odile is een bedevaartsoord en dat is te merken. Hele busladingen met toeristen worden aan de rand van het klooster gedropt. Het zijn meest ouderen die zich laten inspireren door het eeuwenoude sfeertje. We vragen een passant om een foto van ons te maken met onze mobiel. Deze foto sturen we vervolgens naar Hein om de familie een visuele groet te brengen.

 

Rondom het hoofdgebouw staan diverse kapelletjes, ieder met een eigen verhaal. De een is nog mooier dan de ander. Sommigen zijn heel donker en pas als we de foto's bekijken die we met flitslicht maken krijgen we de prachtige mozaïeken en schilderingen te zien.

Op een gegeven moment begint het uit de als maar donker wordende stapelwolken te regenen en binnen een half uur onweert het overal rondom Mont-Sainte-Odile.

Tijd dus om de binnenkant van het klooster te bekijken. Terwijl het buiten dondert en bliksemt lopen we zonder haast door het hele gebouw om in een soort restaurant te eindigen. Voor heel christelijke prijzen nemen we een kop koffie en thee. 

Als het onweer langzaam naar het zuiden verdwijnt verlaten ook wij het klooster. We lopen nu duidelijk over een bergkam met aan beide zijden vergezichten. Als we vlak voor het dorpje Barr zijn aangekomen begint het weer hard te regenen. Precies op tijd komt er een schuilhut in beeld.

Na enige tijd zijn we het wachten echter beu en trekken we de poncho's maar aan voor het laatste glibberige gedeelte naar wijndorp Barr. De zon begint weer te schijnen over de uitgestrekte wijngaarden die voor ons opdoemen. Het lijkt wel of we weer aan de Moezel zijn! 

De VVV is dicht maar een dame die er bezig is wil ons toch wel vertellen dat er maar liefst 3 campings zijn. Eentje zelfs op 500 meter afstand. Barr is een erg fraai dorp, met veel vakwerkhuizen. De combinatie met de vele pastelkleuren maken het een uiterst fotogeniek geheel. 

We zetten de tent neer op de piepkleine camping St. Martin. Als Ina zich aanmeldt krijgt ze van de eigenaresse spontaan enkele kilo's rijpe kersen mee. Ze smaken heerlijk! Karel staat er ook al weer maar we zien hem niet veel vandaag.

                                                           

De winkels zijn dicht en alles is nat dus we mogen uit eten. Terwijl we binnen genieten van de warme maaltijd barst er buiten weer een onweersbui los. Na het verlaten van het restaurant halen we zonder kleerscheuren en droog de camping en maken daar kennis met 2 Duitse vriendinnen die samen eveneens de GR-5 lopen. We hebben de dames al eerder gezien in Rothau en Le Howald maar het komt nu pas tot een gesprek. Later op de avond zitten we gevieren onder een afdak als er weer een nieuwe onweersbui overraast. Rond half elf gaan we ondanks het onweer plat.