Dag 39: 7 juni, Gondrexange-Abreschviller (21.5 km).

We staan vroeg op en wat we zien is haast surrealistisch. Overal liggen mensen te slapen, sommigen gewoon op de grond, anderen in openstaande auto's. Verder ziet het er uit of er net een tornado is gepasseerd. Zonder geluid verlaten we het slagveld. De maag rammelt dus eerst maar naar de boulangerie van Gondrexange. 

                                    

De net opgekomen zon verwarmt het bankje waar we op zitten. Terwijl we de warme chocopains verorberen kijken we uit over een ontwakend merenlandschap. Ook plat kan mooi zijn, het doet ons weer een beetje aan Groningen denken. Voorbij Landange halen we Paul en Margo in die met iemand staan te praten. We vermoeden dat het een franse boer is en zijn dan ook verbaasd als het een Nederlandse wandelaar blijkt te zijn. We lopen door. 

In Niderhoff (het klinkt hier meer Duits dan Frans) rusten we even uit op een paar stoelen van een restaurant dat die dag natuurlijk gesloten is. De onbekende Nederlander komt oververhit aanlopen en blaast even bij ons uit. Hij heeft de afgelopen nacht in de openlucht geslapen omdat hij verkeerd is gelopen. Later zal hij zich voorstellen als Anno.

De thermometer geeft nu 28 graden aan in de schaduw. Als we een bos uitkomen en een heuveltje afdalen komen we ineens in een totaal ander landschap.

We hebben de Vogezen bereikt! Saint-Quirin ligt in een dal omringt door beboste heuvels. De overgang is abrupt. 

We zien een terras waar we ook Jos en Bart ontwaren. Wij gaan erbij zitten en bestellen een grand café au lait. Terwijl wij op de rugzakken passen kunnen de beide heren even vrij door het dorp lopen en foto's maken. Dat doe ik zelf ook even want er staat een markante kerk met twee torens verbonden middels een brug. Daarnaast vind ik een oorlogsmonument met daarop wel erg veel namen voor zo'n klein dorp.

Als Bart en Jos om de hoek zijn verdwenen komt van de andere kant Anno aanlopen. Hij heeft het heel zwaar en komt bij ons zitten. We bestellen zelf nog een cola. Anno is van plan om op de camping van St-Quirin halt te maken. Dat lijkt ons niet onverstandig. Onze wegen scheiden weer. Anno verzekert ons nog wel dat hij het kalmpjes aan zal doen. We maken foto's van St-Quirin terwijl we langzaam verder lopen. 

Om bij het einddoel Abreschviller te komen moeten we eerst een colletje van 426 meter beklimmen. Als we bijna bovenaan zijn worden we op het bospad tegengehouden door een Fransman. Vlak voor ons is men met man en macht bezig met een reanimatie. Er staat een ambulance en er ligt iemand geïntubeerd op de grond terwijl de reanimatie nog in volle gang is. We schrikken: is dit een van de Nederlanders? Anno kan het niet zijn, die loopt achter ons. Maar zowel Paul, Margo, Jos en Bart lopen vlak voor ons. Er staan een hoop mensen. Op de vraag van Ina aan de Fransman of het een Nederlander betreft krijgen we als antwoord dat het om een Fransman gaat. "Gelukkig " zegt Ina. De Fransman kijkt ons wat vreemd aan.

We wachten terwijl we ons stokbrood met kaas naar binnen werken. Als de ambulance na een kwartier met de patiënt wegrijdt komen er in stilte vier wandelaars voorbij lopen. Een van hen heeft 2 rugzakken bij zich ....

Het is weer stil in het bos. Wat onwezenlijk lopen we langs de plek waar zo-even nog op leven en dood werd gevochten. 

                                                                 

Vlak voor Abreschviller krijgen we een schitterend uitzicht dat ons weer met beide benen op de grond zet. De wandeling gaat verder. Een steile afdaling leidt rechtstreeks naar de camping. We zeggen nog even dag tegen Paul en Margo die aan het picknicken zijn. De tent is snel opgezet, Jos en Bart staan er ook al. In het dorp gaan we op zoek naar een winkel, want we willen met dit mooie weer beslist op de camping eten. Aan het eind van het dorp vinden we ook nog een lokaal kroegje waar we een koud pilsje nemen op alle schrik van vandaag.

Voor de verandering nemen we een soepje uit de Elzas, Verder een stevige rijstmaaltijd met veel spekjes en worst. We eten onze maaltijd aan een van de picknicktafels die onder een veranda staan. Jos en Bart komen erbij zitten. We praten over de GR, de kinderen en de goede dingen des levens... Het is al donker voordat we in de tent liggen. We slapen direct.