Dag 38: 6 juni, Alteville-Gondrexange (26 km).
Ondanks het hemelse bed hebben we toch niet zo goed geslapen. Het is weer erg wennen om in een gewoon bed te liggen, bovendien wordt de kamer ook bewoond door een mug.
Verder natuurlijk alle indrukken die we de vorige dag hebben op gedaan. En dan hebben we het nog niet eens over die likeurtjes!Het ontbijt is ook alweer in stijl, dit keer worden we bediend door zoon David, die de traditie van zijn pa duidelijk wil gaan voortzetten. Met hem gaat de conversatie in het Engels, tijden veranderen.
![]() |
|
Paul en Margo vertrekken als eerste. Bij de ingang van het chateaux ontmoeten we twee andere Nederlanders die uit het niets opduiken. Ook zij lopen de GR-5. Het kan niet anders dan dat zij ergens in de buurt wild hebben gekampeerd. Dat blijkt ook zo te zijn.
Het wordt al weer een warme dag, eigenlijk wel jammer dat we zo laat beginnen met lopen. Het is hier vrij plat, daardoor valt de inspanning uiteindelijk toch wel mee. David heeft ons bij het verlaten van het kasteel spontaan een lunch in handen gedrukt. We naderen een groot merengebied en als de eerste uitlopers ervan in beeld komen ploffen we neer op een bankje voor de broodjes. De rest van de dag lopen we langs meren en kanalen. Overal langs de kant zitten er mensen te vissen.
Vanaf Diane-Capelle lopen we langs het Canal des Houillières, een oude vaarverbinding tussen Saarbrücken en Nancy. Deze verbinding mondt uit in het Marne-Rijn kanaal. Vroeger een drukte van belang met veel vrachtverkeer, nu enkel maar plezierjachtjes. Het is nu een ideaal gebied voor de watersport geworden. Ook aan het brugje dat we over moeten is de vergane glorie goed te zien. Er is niet veel voor nodig om de hele boel te laten instorten, we zijn blij dat het niet toevallig gebeurd als wij erop lopen.
|
Tegen het eind van de middag bereiken we enigszins vermoeid Gondrexange. Na het tappen der flappen en het inslaan van een avondmaaltijd lopen we naar de net buiten het dorp gelegen camping: Lez Mouettes. We krijgen door een stagière een plek aangewezen en komen daardoor vlak naast een Duitse familie te staan, die zich duidelijk voorbereid op een jaarlijkse reünie. Op het moment dat er nog een caravan bijkomt hadden we er verstandiger aan gedaan om een plek wat verderop te nemen want er is ruimte zat op de camping. Maar ja, de tent staat al en de overigens zeer vriendelijke Duitsers vinden het zelf ook niet nodig dat wij voor hen zouden moeten verplaatsen. Eigenlijk vinden we dat zelf ook, maar moeten het toch bekopen met een onrustige nacht.
De twee Nederlanders die we bij het kasteel hebben ontmoet staan een stukje verderop en samen nemen we een toast op onze ontmoeting en wisselen we ervaringen met elkaar uit. Jos en Bart hebben "slechts" een week om te lopen en na Abreschviller moeten ze alweer terug naar Nederland.
Er staan nog veel meer Duitse families op deze camping en overal wordt gefeest en branden de barbecues. Later regent het wat en is er een klap onweer, maar dat neemt de onrust op de camping niet weg.