Dag 31: 30 mei, Pagny sur Moselle-Pont a Mousson (24 km).

Om 6 uur ratelt de wekker. We hebben wat problemen om de kaartjes uit de automaat te krijgen, daarom missen we de trein. Geen nood, er is nog koffie te krijgen. Met de 10 voor 8 trein rijden we alsnog naar Pagny sur Moselle. We zitten alweer in een ander soort trein. We verbazen ons er over dat de treinen in Frankrijk er zo goed uit zien. Blijkbaar vindt de jeugd het hier ook zonde om het interieur te vernielen of te bekladden. Wat er ook goed uitziet zijn de conducteurs of beter gezegd de conductrices. Je moet haast wel fotomodel zijn om bij de Franse Spoorwegen kaartjes te mogen knippen. Misschien helpt het tegen agressie.

In Pagny beginnen we direct aan een lange klim richting Prény. Het dorp bestaat hoofdzakelijk uit boerderijen en een oude kasteel ruïne. Deze is echter particulier eigendom zodat het althans voor ons ontoegankelijk is. Eenmaal boven nemen we een broodje met een fantastisch uitzicht over Pagny. Voor een foto staat de zon helaas verkeerd.

Bij een kapelletje komt er een hond met ons meelopen. We verwachten dat hij wel weer terug zal lopen als wij verder gaan. 

Het eerste gedeelte is wat saai, lange paden en veel bos. Maar wat belangrijk is, de energie is weer terug. Het is lekker wandelweer en we zijn blij dat we nu weten waarom het de laatste dagen niet wil vlotten.

De hond blijft maar meelopen, we proberen hem af te schudden als hij voor ons uit een verkeerd pad kiest, maar even later stuift hij ons weer voorbij.

In het "Bois de Prêtre" lopen we door een gebied waar in de Eerste Wereldoorlog zwaar is gevochten. Centraal staat het monument "Croix des Carmes"

Het hele terrein is doorklieft met loopgraven. Sinds augustus 1915 is hier de tijd stil blijven staan. Alles is nog aanwezig. De loopgraven, de bunkers, prikkeldraadversperringen en granaatscherven. Je hoeft je maar te bukken en je vindt er scherven. Op dit kleine stukje grond hebben tussen januari en augustus 1915 ongeveer 14.000 jonge mannen het leven verloren en nog eens 44,000 liepen verwondingen op. Beide zijden verloren ongeveer evenveel aan mensenlevens.

Op het hoogtepunt van de strijd werd door Franse troepen ten koste van vele levens een groot houten kruis geplant op de plaats waar nu het monument "Croix des Carmes" staat. Enkele dagen later werden de Fransen weer door Duitse artillerie verdreven. Je wordt hier automatisch depressief. Als je je verplaatst in de jongens die hier niet wilden sterven en de moeders die zaten te wachten op hun kinderen dan schreeuwt hier de waanzin van de oorlog je tegemoet. Ondanks het mooie weer zijn we toch een beetje in een mineur stemming. 

Met gemengde gevoelens en de hond achter ons aan lopen we de berg af richting Montauville. Als we denken dat we alles hebben gehad staan we voor het "Cimétière Militaire de Péteant", het oorlogskerkhof waar de Franse soldaten liggen die boven op de berg het leven hebben verloren. En het zijn er veel, veel te veel.

 

De hond wil met ons mee, maar nu vinden wij het welletjes. We gebruiken de daizer om het beest weg te jagen. Niet leuk om te doen, maar op dit kerkhof mag de hond echt niet mee en we zijn ook bijna bij de eindbestemming. 

De moedeloosheid van het monument dat we zien spreekt meer dan boekdelen. Het zou een monument van overwinnaars moeten zijn, maar die zijn er niet geweest, slechts verliezers. 

Het wrange is ook dat een deel van het kerkhof bestaat uit graven van de Tweede Wereldoorlog. De slag tussen de Duitsers en Amerikanen om de brug bij Pont-a-Mousson heeft ook weer velen het leven gekost. Had men dan niets geleerd? Hebben wij wel iets geleerd? 

In Montauville nemen we op een terrasje langs de doorgaande weg wat te drinken en nog steeds onder de indruk lopen we richting het station van Pont-a-Mousson. Op de terugweg doen we de boodschappen bij de ATAC en we eten weer bij de tent. Na een laatste bezoek aan "ons hok" waar we nog even zitten is het om 22.00 uur bedtijd.