Dag 32: 31 mei, Pont a Mousson-Rogéville (20 km).
Na een ontbijt van vette pannenkoeken met suiker en jam verlaten we bepakt en bezakt de camping. Het kost heel wat moeite om een bus naar het station te vinden.
Nu we de rugzak weer bij ons hebben willen we niet te veel energie verspillen. In Pont eerst een kop koffie en daarna weer richting de GR-5. In het dorp bij de Netto-markt flink gefoerageerd. Het zit er in dat we vandaag moeten wildkamperen want tot Liverdun is er niets meer. Voor tussen de middag een baguette met Brie. Tijdens de wandeling zelf is weer eens nergens koffie te krijgen, maar dit keer hebben we wel voldoende eten bij ons om dit te compenseren. Het lopen gaat daardoor vandaag ook weer goed.
|
|
De toppen van de heuvels zijn ook hier vergeven van de loopgraven en de bunkers. Terwijl de Tweede Wereldoorlog vooral in de Ardennen heeft huisgehouden zijn hier vooral littekens van de Eerste Wereldoorlog terug te vinden. We dwarsen met behulp van balken enkele beekjes en zien een slang voor ons wegkronkelen. Ina staat er bijna bovenop.
In het gehucht Rogéville vragen we een oudere dame die voor haar huis zit of de boomgaard aan de overkant van de weg geschikt zou zijn voor onze tent. Nee dat konden we beter maar niet doen, daar woonde een kwaaie. We vragen of er ergens anders een goede plek te vinden is. Als antwoord komt de zoon des huizes ook naar buiten. Hij denkt even na op mijn vraag of er ook een gemeentehuis met burgemeester is. Ja, het dorp heeft een burgemeester maar die is alleen op vrijdagmorgen aanwezig. Ik ben nu de burgemeester zegt hij met een lach en we kunnen wel op het voetbalveld net buiten het dorp gaan staan. Daar komt niemand meer, want de voetbalclub is opgeheven. We vragen nog wat water voor onze flessen en zijn weer zeer verrast als de zoon naast het water ook nog een fles cola en een fles bronwater meegeeft. Nee, ze willen er niets voor hebben. Franse gastvrijheid op zijn best. Zouden wij dat thuis ook zo doen?
|
Het verlaten voetbalveld is inderdaad al jaren niet bespeeld. Er groeit zelfs al een dikke boom midden in het doel. We zetten de tent op tussen twee huisjes om toch niet al teveel op te vallen. Later maken we ons eten klaar en kijken we naar een paar straaljagers die achter elkaar aanzitten. Als de avond valt wordt het stil. Het veiligheidsgevoel is niet honderd procent, maar behalve enkele dorpsbewoners is er niemand te zien.