Dag 22: 21 mei, Remich-Monsdorf-les-Bains (19 km).
De zon staat al hoog aan de hemel als wij opstaan. We lopen om 8.30 naar de brug en kunnen nog net brood kopen bij een bakkerskraampje langs de weg. De bakker is al aan het inpakken. We hebben weer mazzel.
We klimmen net als gisteren dwars door het dorp de heuvel omhoog. Gelukkig voelt Ina zich weer goed. Na een lange klim ontbijten we op een picknickplaats. We hebben al een tijdje een helikopter rond zien vliegen die de druiven aan het sproeien is. Het vliegveldje van de helikopter ligt direct naast de picknickplaats dus elk kwartier kunnen we het ritueel van dichtbij aanschouwen. Voorruit wassen en de giftanks bijvullen.
![]() |
|
De twee Nederlanders die wij in Manternach hebben ontmoet lopen ons voorbij en als we zelf weer verder willen begint de piloot net het gedeelte waar wij doorheen moeten lopen te bespuiten. Met wandelaars wordt duidelijk geen rekening gehouden. Al met al is het toch leuk om te zien. We hopen op een kop koffie in het plaatsje Wellenstein, maar op maandag is alles gesloten. Verder maar weer.
In Wintrange lukt het wel. We zitten in de schaduw aan de straat en bekijken het dagelijkse leven. We zien een moeder achter een niet luisterend dik jong rennen en zijn blij dat we die periode achter de rug hebben. Des te meer kunnen we er nu van genieten.
Na de koffie en thee nemen we een cola. Onze thermometer geeft 28 graden aan in de schaduw. We blijven lang zitten. Bij Remerschen verlaten we de Moezel na nog een laatste stuk door de wijngaarden. Bijna lopen we verkeerd omdat er hier de een andere langeafstandswandeling, de E-3 van de GR-5/E2 aftakt. We zien het net op tijd, anders waren we voor niets de hele berg afgelopen. Nu blijven we op hoogte en nemen een lunchpauze in een kapelletje.
![]() |
|
Na een lang en wat saai stuk over een vrij plat plateau komen we aan bij de camping van Monsdorf-les-Bains. Het dorp zelf ligt nog een paar kilometer verder. De camping ziet er uitgestorven uit. Uit een van de caravans loeit echter harde muziek. Iets verderop is er nog een caravan bewoont en we besluiten hier de bewoners om opheldering te vragen. Men kan ons vertellen dat de camping al jaren gesloten is. Degene die nu nog over zijn moeten uiteindelijk ook weg, maar worden nog voorzien van water en electriciteit.
We kunnen er overigens best wel kamperen, dat gebeurt wel vaker. In een andere caravan blijkt ook leven te zitten en een al wat oudere dame wijst ons het voormalige volleybalveld aan als beste plek om de tent op te zetten. Tevens biedt ze ons water aan en van dit aanbod maken we dankbaar gebruik. Het is een warme avond. Op een bankje maken we ons eten klaar (dat slepen we al vanaf Wasserbillig met ons mee en komt nu goed van pas). Soep vooraf, pasta met broccolisaus als hoofgerecht en koffie na. We zitten nog een hele tijd op het bankje tot de zon helemaal onder is.