Dag 2, 1 mei: Maastricht-Visé (30 km).  

De mobiele telefoon wekt ons om 7 uur. Alhoewel de zon zich zelf al in het blauw heeft gehesen is het nog fris als wij om 7.45 uur bij de bushalte voor het Domein aankomen. We hebben ons niet gerealiseerd dat 1 mei voor de Belgen een nationale feestdag is en dat betekent dat er een zondagsdienst rijdt. Maar we hebben geluk want om 8.10 uur komt er een bus en inclusief de overstap zijn we om 9 uur op het hoofdstation van Luik. We moeten nog even een sprintje trekken om de trein te halen, maar als beloning staan we om 9.45 uur weer op Hollandse bodem. We hebben de rugzakken in Wegimont achter gelaten dus we kunnen de Pietersberg in stevige pas beklimmen.  De bedoeling is om eerst een bak koffie te halen in het restaurant waar we vorig jaar het Pieterpad hebben afgesloten. Het zal niet de laatste keer zijn dat we teleurgesteld worden, het restaurant is nog dicht. Gelukkig hebben we in Maastricht broodjes gekocht en op het terras staan stoelen. Om 10.50 uur lopen we op de GR-5. Een historisch moment, althans voor ons.

We lopen eerst weer langs de ENCI waar men korte metten maakt met wat voorheen de Pietersberg was. We bekijken het tafereel met gemengde gevoelens. Ondanks het fraaie weer zijn er niet veel mensen, iedereen is aan het werk (Nederlanders) of slaapt uit (Belgen). We zien een specht die erg dichtbij werkt aan een portie hoofdpijn. We lopen op afstand langs enkele dorpjes en hebben eigenlijk wel zin in een kop koffie. In het Belgische Kanne loopt de route wel door het dorp maar we gaan er al vanuit dat ook hier geen restaurant zal zijn. 

Het is precies 12 uur als we langs een terras lopen dat net open gaat. De bediening is in het Nederlands, we zitten precies op de taalgrens. De koffie smaakt prima. Even later lopen we over een weg met in het begin alles nog in het Nederlands maar aan het eind is alles in het Frans. Ergens in het midden van deze weg loopt de taalgrens. Hoe zouden de mensen dat doen met hun kinderen? Je ziet het al helemaal voor je: Vlamingen naar rechts en Walen naar links. Het is haast niet voor te stellen maar men kan elkaars taal nauwelijks spreken en dat begint dus al een paar honderd meter over de grens met Nederland. Het is warm geworden en we vragen ons af hoe het zou zijn geweest als we de rugzakken vandaag wèl op zouden hebben? We lopen vandaag een etappe van 30 km en al redelijk glooiend. Het lijkt een juiste keuze te zijn geweest om de eerste 2 dagen zonder rugzak te lopen om wat te acclimatiseren.

Vlak na Kanne bereiken we de fortificaties van Eben-Emael. Het totale grondgebied van deze vesting bedraagt 75 ha en moest in 1940 het Albertkanaal verdedigen. Dit onneembaar geachte fort werd op 10 mei 1940 in 15 minuten tijd door 80 Duitsers veroverd. Men kwam gewoon met zweefvliegtuigen via de lucht en landde op het fort als ware het een vliegveld! Helaas zijn er op deze dag geen rondleidingen. Misschien iets voor later?

Weer wat verder komen we een geheel uit vuursteen opgetrokken kasteeltje tegen: de Tour d'Eben-Ezer. In de hele omgeving liggen bergen met vuursteen uit diverse mergelgroeves, dus bouwmateriaal genoeg. Heel bijzonder zijn ook de vreemde creaturen die boven op de torens staan. 

                                                            

We lopen rustig door naar Visé, want we hebben geen haast. Toch heb ik de vertrektijden van de vorige dag nog in mijn achterhoofd zitten en door een niet zo'n interessant stukje langs de Maas af te snijden zijn we precies op tijd om de trein naar Luik te halen. Helaas hebben we in Luik geen goede verbinding met Wegimont en moeten we 50 minuten wachten, maar een pilsje maakt het wachten een stuk aangenamer. De bediening op onze camping bestaat uit vrijwilligers en helaas gaat de culinaire kennis vandaag niet verder als het opwarmen van 2 knakworstjes met mosterdsaus. Zelf voegen we er nog een kopje cup-a-soep aan toe. Een biertje tappen lukt ook nog net. Het is niet anders.