Dag 13: 12 mei, Gemündt-Vianden (15.5 km).

Om 7 uur gaat wederom de wekker. In stijl nemen we afscheid van de troosteloze camping, dat wil zeggen in de regen. Tot nu toe hebben we de buiten- en binnentent in zijn geheel ingepakt. Vandaag proberen wij eens of we eerst de binnentent droog kunnen inpakken en daarna de buitentent nat. Dit lijkt goed te lukken.  

Net als de vorige dag gaat het weer op en neer met het pad. Stolzenbourg is wel een aardig dorp om te zien. Het is allemaal een streling voor het oog. Zoals we al hebben verwacht is er nergens koffie te krijgen en ook zijn er geen winkels. 

We volgen aanvankelijk de rivier, maar na enkele kilometers gaat het verder omhoog en buigen we steeds meer van de Our af. 

We hebben het zwaar. Dit is de heftigste beklimming tot nu toe, de rugzak voelt loodzwaar aan. We zigzaggen omhoog en staan steeds vaker stil, dan weer in de zig dan weer in de zag. We raken steeds meer buiten adem en gaan fysiek en mentaal tot op de bodem. De nadering van de top is een bijna dood-ervaring. Heel vaag zien we een licht naar ons toekomen, de bladeren wijken en we staan eindelijk totaal buiten adem boven. We beseffen nu heel goed dat we deze tocht met rugzak over enkele jaren niet meer zouden kunnen lopen. 

We komen precies bij het restaurant van de Neklosbierg uit. Hier bevindt zich ook het hoge waterbassin van de elektriciteitscentrale aan de Our. Het restaurant is OPEN! We nemen uitgebreid koffie, zeker omdat het ook nog eens hard begint te regenen. Na een tijdje komen een aantal wielrenners druipend binnen, Nederlanders. Ze fietsen met een man of honderd door Luxemburg op een parcours dat is uitgezet door de Driebergse Tour Club.

Een controlepost staat om de hoek. We lopen er even heen voor een praatje. Het resulteert in een "oude jongens krentebrood" gevoel als we het over Driebergen hebben. Als we weer verder gaan krijgen we koekjes en gebakjes toegestopt voor onderweg. Niet verkeerd want we hebben niet veel eten bij ons en we zijn er nog lang niet. Gesterkt door de goedhartigheid lopen we opgewekt verder naar Vianden. 

Het pad loopt weer naar beneden en we moedigen alle wielrenners die we tegen komen aan om het nog even vol te houden: ze zijn er bijna! We klimmen en dalen en komen bij een klein kapelletje uit, kapel Bildchen. Een mooie plek om te lunchen. In de kapel zetten we allebei een kaarsje op. Als je echt wilt dat zoiets helpt moet je helemaal uitgaan van het positieve, anders hoef je ook geen kaarsje op te zetten. Deze positieve gedachte lijkt ons een vorm van bidden, ook daar moeten we weer over nadenken, mooi toch dat wandelen.

We naderen Vianden. De stoeltjeslift markeert het begin van het toeristische, maar erg pittoreske vestingstadje. We zijn hier al vaak geweest, ook met de kinderen. De camping kennen we echter niet. Ook hier een Nederlandse eigenaar, dat voelt toch wel vertrouwd aan. We zetten de tent weer naast de Our en doen op ons dooie gemak de boodschappen. Ook voor de volgende dag want dan is het zondag. 

Wij zijn zonder het te weten de laatste klanten, de winkel sluit zodra we de deur uit zijn. Wat een mazzel! We vieren dit met pils en bitterballen.

                                                           

Na het eten zitten we een tijd te mijmeren aan de rivier terwijl de avondschemer valt en op de achtergrond het kasteel op de berg sfeervol wordt verlicht. We zijn Gemündt al haast vergeten.