Friese Woudenpad
Vrijdag
31 oktober 2014
Etappe 3 Noordbargum
– Rottevalle 21,4 km. Eerst enkele
wolkenvelden, later zonnig.
Soms zit alles tegen en vandaag is zo’n dag. Rottevalle ligt toch dichterbij Drachten dan ik dacht, dus hadden we beter via de A7 kunnen rijden i.p.v. de N361. Tot overmaat van ramp fietsen we ook nog eens helemaal verkeerd, dus met een uur vertraging en minstens 20 (fiets) km in de benen zijn we in Noordbergum. Eigenlijk moeten we nog enkele kilometers verder naar onze laatste stop in Veenwouden (Kuikhorne), maar gezien het tijdsverlies en het feit dat het vroeg donker wordt beginnen we in Noordbergum.
We zetten de fietsen
tegen een hek bij de brug over de Kuikhornstervaart en lopen hardop lezend het
juiste pad in. Je zou het kleine paadje naar links bijna missen en we hebben
vandaag al genoeg verkeerde keuzes gemaakt. Via de veenweiden lopen we richting
Jistrum, dat we even daarvoor met de fiets gepasseerd hebben. Bij het
Kolonelsdiep slaan we links af richting het gehucht Skûlenboarch. Het vervolg
wordt gedomineerd door een fabriek waar betonnen plafondplaten worden gemaakt.
Een kolossaal terrein waar grote kranen traag en zonder veel lawaai hun werk
doen. Zo nu en dan rijd er een vrachtwagen vol betonplaten van het terrein.
![]() |
![]() |
We steken tussen de
werkzaamheden door naar een landweggetje dat langs een kunstmatig meertje loopt,
een zandafgraving naar blijkt. Waarschijnlijk niet toevallig de betonfabriek en
de zandwinning zo vlak bij elkaar. Aan het eind van het weggetje slaan we naar
rechts af en bereiken het Bergumermeer. Op een uitzichtpunt nemen we de lunch.
Veel zien we overig niet want het is wat heiig en het meer ligt te ver weg. Een
paar kilometer verder bereiken we het dorpje Oostermeer (op zijn Nederlands).
We passeren de haven en
via een smal steegje komen we uit op een pittoresk straatje. Even verder lukt
het ons om een kop koffie te scoren in de lokale snackbar. Veel keus hebben we
ook niet want het officiële restaurant is nog dicht. De koffie smaakt prima. Na
het intermezzo zetten we de tocht voort en zigzaggen door het coulisselandschap.
Echte vergezichten heb je hier niet, de in herfstkleuren getooide bomenhagen
verhinderen dat.
![]() |
![]() |
Vanaf Harkema, dat we links laten liggen
gaat het in 1 kaarsrechte lijn naar het zuiden. Onderweg stoppen we nog even bij
een lokale sage. Het gaat over ene Ruerd van der Veen, een man die voor den
duvel niet bang was. Dat staat ook op de stoelen geschreven. Maar helaas voor
hem kwam hij een kwaaie vrouw tegen die hem over de bomen heen het bos in wierp.
Het liep niet goed af met Ruerd. Ik blijf nu wel even een paar meter achter Ina
aanlopen, je weet hier maar nooit. Gelukkig bereiken we ongeschonden Rottevalle
en is het even zoeken naar de auto. Dit kleine dorp zit op de een of andere
manier niet logisch in elkaar. Maar de auto staat er nog en voor het donker
staan de fietsen weer achterop de drager. Drie kwartier later zijn we weer
thuis.
![]() |
![]() |