Westerborkpad  

Etappe 4. Donderdag 25 mei 2019.  Hilversum – Amersfoort 20.1 km.

Wolkenvelden, ook zon, 22 graden.

Het is iets na de middag als we op het hoofdstation van Hilversum uit de trein stappen. We verlaten het perron door een tunneltje in noordwaartse richting om zoveel mogelijk langs het spoor weer op de route uit te komen. Als we het rood-wit hebben gevonden gaat de wandeling officieel weer beginnen. Vrij snel verlaten we de bebouwde kom en lopen door een bosrijk gebied met het spoor aan onze rechter zijde.

Als we de A27 zijn onderdoor gegaan over de Soestdijkerstaartweg gaat de route iets meer zigzaggend door het bos, maar wel evenwijdig aan de spoorbaan. Regelmatig raast er dan ook een trein tussen de bomen voorbij. In de tussentijd is het stil in het bos, alleen de vogeltjes kwetteren er op los. Het blijft groen tot aan de buitenwijken van Baarn. Vlak voor het station steken we de diepgelegen sporen over met een metalen brug uit 1911.  

Bij het fraaie in 1874 gebouwde station van Baarn staan we even stil bij een aantal monumenten ter gedachtenis aan WOII. Eén er van gaat over de Jodenvervolging met 47 tegeltjes met namen van slachtoffers die het niet overleefd hebben. De in begin mei neergelegde kransen hangen er nu verlept bij. Het station van Baarn is niet groot, maar heeft wel een koninklijke wachtkamer. Paleis Soestdijk staat op 2 km van het station. Juliana en Bernard reisden nog al eens met de trein en hielden wel van een beetje privacy.

Na Baarn lopen we tussen de kronkelend Eem en het spoor wederom over een verharde weg. Dat is toch wel een groot nadeel van dit pad. De voeten worden hierdoor niet ontzien. In de verte zien we een hoge toren die we niet kunnen plaatsen. Later blijkt dat de toren in het noordelijkste puntje van Amersfoort staat. Het is wel een blikvanger van jewelste.

We lopen via het Soesterkwartier de stad Amersfoort binnen. Een fraaie villawijk met veel groen en soms leuke tuinen waar de rozengeur je tegemoet komt. We komen aan bij de Joodse begraafplaats aan de Soesterweg. Niet echt toegangsvriendelijk. We moeten om bij de ingang te komen over het terrasje van de beheerderswoning dat aan de straat is afgesloten met een hek. De begraafplaats werd in 1873 in gebruik genomen en verving de Joodse begraafplaats aan de Bloemendalsestraat. Op het ogenblik zijn er ongeveer 3800 graven aanwezig en is nog steeds in gebruik.  

Nadat we bij het station onder het spoor zijn door gelopen, wijken we van de route af om ons onderkomen te gaan zoeken. Dat is hotel de Tabaksplant, een rond 1600 gebouwd pand met een stadstuin en een middeleeuwse waterput. Na een lange dag smaakt een biertje uitstekend. Na ons opgefrist te hebben, lopen we door de Kamperpoort terug naar de binnenstad. Als we gegeten hebben kijken we nog even bij de historische, tussen 1380 en 1425 gebouwde Koppelpoort, vlak bij het station. De zon staat inmiddels laag genoeg voor een mooie foto. Daarna snel terug naar het marktplein om een concert van Trijntje Oosterhuis bij te wonen. Amersfoort is in de ban van een groot Jazz festival.