Westerborkpad
Etappe
12. Maandag 20 juli 2020.
Hoogeveen-Beilen. Stapelwolken, 20 graden. Westenwind. 28 km.
We besparen ons de 2 etappes tussen Zwolle en Hoogeveen. Wat al eerder is gezegd is dat dit pad als themapad goed in elkaar zit, maar als wandelpad helemaal niet. Als we naar de kaarten kijken zien we weer lange rechte wegen, meest op asfalt vlak langs het spoor en daar hebben we er al teveel van gehad. We zien er gewoon tegenop om verder te gaan. Dus besluiten we in Hoogeveen verder te gaan en de etappes over te laten aan anderen.
We
parkeren onze auto naast het station van Beilen en stappen op de trein richting
Hoogeveen. Wel even wennen, want het is de eerste keer dat de mondkapjes op
moeten. Gelukkig zijn we na 9 minuten alweer op onze bestemming en nemen we
eerst een lekker bakkie koffie. Voor het station staat nog een aandenken aan
WOII. Een hier opgegraven propellor van de Lockheed P-38 Lightning van de 24
jarige 2e luitenant Albert A, Albino die na een bombardement in
Duitsland op de terugweg naar Engeland door een Duitse jager werd neergeschoten.
Na een stukje bos komen we uit op een boerenpad dat ons naar de Wijsterseweg brengt. Onderweg zien we een gedenksteen staan voor 19 onschuldige mensen die omgebracht werden als vergelding voor de hulp die aan Franse parachutisten werd geboden. Dit gebeurde op 9 en 10 april 1945, vlak voor de bevrijding van Hoogeveen. Vooral in de families Scholing en Lunenborg vielen veel slachtoffers. Het is goed dat ook zij herdacht worden.
Iets verder steken we het spoor weer over en lopen we door een kronkelend bospad richting het dorp Stuifzand, dat we rechts laten liggen. Zigzaggend lopen we tussen de boerderijen en landhuizen door richting een bos dat we dwars doorsteken. Via een doorgaande weg komen we op een kruispunt waar we een grote steen zien staan met een bankje erbij. Er staat een fiets naast en een man is bezig met onderhoud van het monument. We maken een praatje en ondertussen eten we ons laatste brood op. De man is lid van de lokale historische kring en zorgt voor het onderhoud van de 3 aanwezige monumenten.
Op de steen staat een beschrijving van het werkkamp Kremboong dat hier ten tijde van de oorlog is geweest. Het kamp had ruimte voor maximaal 240 personen en bestond uit een aantal houten barakken. Vanaf januari woonden er enkel Joodse bewoners die de omliggende heidegronden moesten ontginnen. Onder leiding van een vriendelijke kok was de sfeer in het kamp gemoedelijk te noemen. Eind juli 1942 viel ook hier het doek en werden alle bewoners afgevoerd naar Westerbork. De barakken werden na de oorlog hergebruikt als noodwoningen en nu valt er niets meer van terug te vinden, behalve dan het monument.
De
VAM-berg is indrukwekkend. We zien overal fietsers, wielrenners en wandelaars.
Het oudere, noordelijke deel van de vuilstort is afgedekt door een meters dikke
laag zand en inmiddels helemaal begroeid met gras. Men heeft hier een 2
kilometer lange wielerbaan gecreëerd met een hellingspercentage van 10 tot 15%.
Daarnaast zien we verscheidene kronkelende mountainbikepaden en nog enkele
wandelpaden die naar het hoogste punt van de berg leiden. Dat punt wordt nu nog
gevormd door paviljoen de Blinkert op een hoogte van 48 meter boven NAP. Als
straks de hele berg beschikbaar is komen aan de zuidzijde MTB-paden en nog meer
wielerpaden met asfalt aan de oostzijde. Boven op de berg die dan 63 meter hoog
is komen allerlei sportactiviteiten en een nieuw (verplaatst) paviljoen de
Blinkert.
Na dit hoogtepunt dalen
we af richting Wijster, waar we via de Vamweg het dorp binnen wandelen. Omdat
het vandaag maandag is zien we vrijwel alleen gesloten horeca, dus daar moeten
we het niet van hebben. Na Wijster lopen we weer kilometers langs het spoor om
via de Terhorsteresch de buitenwijken van Beilen in te lopen. We zijn onder de
indruk van de vele grote huizen die we tegenkomen. Voor een deel is het bekend
terrein, want het Drenthepad loopt hier ook doorheen. Bij het station aangekomen
stappen we in de auto en zijn we binnen een uur weer thuis.