Etappe 3: Breukelen - Utrecht Overvecht

Woensdag 22 feb 2012 (22 km)

De trein brengt ons terug naar Breukelen, waar we op het Marktplein eerst van een vers kopje koffie genieten alvorens de route weer op te zoeken. Er schijnt een waterig zonnetje en er staat een frisse wind, prima weer voor een stevige wandeling. Na een paar kilometer zien we het eerste fort van vandaag al voor ons opdoemen. Fort Tienhoven mag er zijn, een stil relikwie met het dreigende gezicht naar het oosten gericht.

Bij het naderen van Maarssen lopen we langs diverse monumentale herenhuizen, de een nog groter dan de andere. Wat ons opvalt is de fraaie nieuwbouw aan de overkant van het water, hier is over nagedacht, helemaal goed. Bij de huizen Doornenburgh en Goudestein staan we even stil om de beschrijvingen te lezen en wat foto’s te maken. De entree van het oude Maarssen is indrukwekkend. We hebben hier jaren geleden zelf ook gewoond, maar eigenlijk nooit beseft dat het fraaie oude centrum en de omringende forten en kazematten onderdeel van een verdedigingslinie waren. Daarvoor moet je namelijk eerst in Groningen gaan wonen.  

Even buiten Maarssen ligt Fort Maarsseveen, helaas is het terrein zelf op dit moment niet toegankelijk. Ook staan we even stil bij de grootste en de kleinste molen van de provincie Utrecht, die gebroederlijk naast elkaar staan. De grote draait zijn rondjes in de stevige wind die ons diep in de jas houdt. We bereiken de Vecht bij Slot Zuylen. In het aanpalende restaurant smaakt de uitgebreide lunch ons prima. Ook kunnen we hier weer een beetje op temperatuur komen.

Na kasteel Zuylen komen we aan op het zwakste deel van de Hollandse Waterlinie. Of moet ik juist zeggen het sterkste gedeelte. Met Fort aan de Klop begint een lange reeks forten en werken, waar water ontbrak als verdedigingsmiddel. Alle forten lagen op schootsafstand van elkaar en vormden een vrijwel ondoordringbare linie. Na Fort aan de Klop volgen Fort De Gagel, Fort Ruigenhoek, Fort Blauwkapel, Fort op de Voordorpsedijk, Fort aan de Biltstraat, Werk aan de Hoofddijk, Fort Rijnauwen, Fort Vechten en Fort bij ’t Hemeltje.

Bijzonder aan Fort aan de Klop is de camping, die rondom het ronde stenen wachthuis is gelegen. Een van de kazematten dient gewoon als geitenstal. Net als op de andere forten lijkt de tijd hier stil te staan. Als een oase in een drukke stad als Utrecht vormt dit fort een mooie plek om te kamperen en tot rust te komen. Even na Fort de Gagel, waar we uitgebreid door- en overheen kunnen lopen, komen we uit in een wat drassig natuurgebied, de Gagelpolder. In de late middagzon omringt door sloten, plassen, riet en lage bomen waan je jezelf niet vlak bij een grote stad. Even later komt Fort Ruigenhoek in beeld, dat wil zeggen dat probeer ik in beeld te krijgen. Het fort is zo kolossaal dat ik meerdere foto’s moet maken om het plaatje compleet te krijgen. Het fort is ook in de Tweede Wereldoorlog nog gebruikt om de Duitsers tegen te houden met o.a. tankversperringen op de toegangswegen. Hier zijn op de originele plek enkele replica’s van deze zogeheten aspergeversperringen neergezet.

Na het passeren van een snelweg staan we voor het bijna 200 honderd jaar oude Fort Blauwkapel, het einddoel van vandaag. In 1818 is begonnen met de bouw van dit enorme fort dat het oude dorp Blauwkapel compleet omringd. Rond een rustig pleintje staan enerzijds nieuwbouwwoningen en anderzijds oude opslagplaatsen van het fort zij aan zij. Pas als we het dorp aan de andere kant weer verlaten en nog veel meer kazematten en verdedigingswerken zien, beseffen we hoe groot dit fort wel niet moet zijn.

                                                              

In Utrecht Overvecht stappen we weer op de trein naar Driebergen, ons tijdelijk domicilie.