Etappe 3: Groningen – Zuidlaren (21 km).

We schrijven 5 mei 2006. Bevrijdingsdag.  Het lijkt wel of ze de vlaggen voor ons hebben uitgehangen. De zon schijnt, het wordt een warme dag. Een betere start kan je niet hebben. De euforie wordt nog even gesmoord als we er nog net op tijd achter komen dat we het belangrijkste: het Pieterpadboekje” nog thuis hebben laten liggen. Gelukkig zijn we de straat nog niet uit.

Een half uur later lopen we vanaf station Groningen richting de Hoornse plas. Voor ons totaal onbekend terrein. Bij de molen “de Helper” rusten we een tijdje uit en genieten van het uitzicht over de Hoornse plas en het Paterwoldse meer. Het is wennen aan de rugzakken, die we voor het eerst op de rug dragen.

 

We lopen daarom niet te hard en genieten extra van het mooie weer en de ontluikende natuur. We zijn ook nog niet gewend aan de frisse groene kleuren zo vlak na de winter. De sneeuw-witte magnolia’s zijn een streling voor het oog. De eerste stop houden we bij de Harense visclub “Sassenhein”. Het clubgebouw lijkt gesloten, maar zo als we later vaker zullen zien, tussen iets aannemen (lijkt gesloten) en de werkelijkheid (toch open) ligt soms een wereld van verschil (een lekker bakje koffie).

De wandeling loopt over verharde en onverharde wegen, soms bospaden, maar steevast op stille plekken met weinig verkeer. Dan weer door een natuurgebied met rustieke vennetjes, dan weer via een brug hoog over een rangeerterrein van de spoorwegen.  

Op de Schutweg, 2 km voor Zuidlaren, bekijken we het eerste hunebed van de tocht. We zullen er nog wel meer tegenkomen. Vlak voor Zuidlaren worden we spontaan aangesproken door een man die vraagt of wij “echte” zijn. Alhoewel wij slechts een paar uur lopen knikken wij bevestigend. Wij hebben een tent bij ons en daarmee stijgen we direct veruit boven de rest van de wandelaars. 

Tijdens onze verdere tocht zal blijken dat de hoogte van de rugzak en de mate van respect recht-evenredig zijn. De man nodigt ons uit om ’s avonds zijn speciale bostuin te komen bekijken. Het lijkt ons wel een leuk uitstapje voor na het eten.

We lopen Zuidlaren in en waar kan je dan beter overnachten als op de mini-camping “Berend Botje”. De tent wordt snel opgezet naast een speeltuin voor kinderen. Weinig keus, maar meestal slapen kinderen 's nachts. 

We hebben vandaag 21 km gelopen en daarom vinden we dat we wel een lekker pilsje hebben verdiend. Na het terrasje aan de Brink en een heerlijke pizza lopen we ’s avonds nog even langs de familie Sluis om hun tuin te bekijken. Het is een hele kunst om op de schrale bosgrond van Zuidlaren half onder de bomen toch zo’n groene en gevarieerde tuin te creëren. Met stalmest en groene vingers kom je een heel eind. Met name de spontaniteit geeft ons een goed gevoel. Als dit elke dag zo gaat dan tekenen we er voor. We zijn rond 22.00 uur terug in de tent nemen nog een afzakkertje en zijn snel vertrokken.