Dag 6; woensdag
18 april. Alleen
op de wereld.
Wandeling
5; Pico Bejenado.
Het is heiig vandaag en dat kan twee dingen betekenen: of er hangt een dunne laag mist waar de bergtoppen bovenuit steken, of er bestaat zoiets als zeemist die over het hele eiland heen hangt. Helaas voor ons blijft het de hele dag een beetje heiig. De zon komt er wel doorheen en bovenop de kraterrand op 1600 meter is het zelfs erg warm. Een omgekeerde wereld dus, hoe hoger, hoe warmer. In het restaurant horen we dat de beruchte hete Saharawinden zijn opgestoken, dat verklaart dat het zo warm is (in El Paso om 17.00 uur nog 24 graden).
We stoppen even bij het bezoekerscentrum aan het begin van de weg richting La Cumbrita. Er staat dat de weg is afgesloten, bij navraag omdat de parkeerplaats bij de kratertop bijna vol is, maar dat geldt niet voor de zijweg die wij willen nemen. Na een stuk asfalt volgt een hobbelig gedeelte dat we stapvoets omhoog kruipen. We laten de auto zielsalleen achter als we aan de klim naar boven beginnen, We starten op 1150 meter en stijgen uiteindelijk tot 1603 meter bij de Roque de los Cuervos.
We nemen even een uitstapje naar een archeologische attractie, een steen met halve cirkels. Er staat een robuust hek omheen tegen vandalen. Hoe oud de steen is en hoe bijzonder komen we niet te weten. We klimmen gestaag verder en voor ons gevoel wordt het steeds warmer naarmate we hoger komen. De enorme wind van de laatste dagen blijft uit en zelfs bovenop de kraterrand is het vrijwel windstil. We vragen aan wandelaars die net terugkomen van de hoogste top (de Pica Bejenado) of het zicht daar beter is, maar dat is het niet. Voor ons genoeg reden om de 280 meter klimmen en dalen maar over te slaan.
We lopen langzaam verder over de kraterrand naar het hoogste punt van vandaag, de Roque de los Cuervos. Vanaf hier gaan de schaarse wandelaars die er zijn weer terug naar de parkeerplaats die bijna vol was, maar wij dalen af. Vanaf dat moment zien wij helemaal niemand meer. We nemen alle tijd voor deze afdaling over een langgerekte bergkam met aan twee kanten soms steile hellingen. We eten een sinaasappeltje, zittend op een paar stenen in de schaduw. Het is hier stil, erg stil. We voelen ons alleen op de wereld.